Return to overview
29 Jun 2021

Sociaal akkoord 2021-2022 in a nutshell

Op dinsdag 10 juni 2021 geraakten de sociale partners het eens over de ontwerpversie van het interprofessioneel akkoord 2021-2022. Dit ontwerp kreeg inmiddels groen licht van de vakorganisaties. Wij vatten de belangrijkste krachtlijnen van het ontwerp van sociaal akkoord even samen:

1. Hervorming minimuminkomen. Actueel wordt het bedrag van het minimuminkomen bepaald afhankelijk van leeftijd en anciënniteit. Dit systeem wordt afgeschaft en er komt één enkel minimuminkomen in de plaats (vanaf de leeftijd van 18 jaar). Dit minimuminkomen zal op verschillende tijdstippen verhogen, bovenop de indexering (in april 2022 met 76,28 EUR bruto en in april 2024 en april 2026 met 35 EUR bruto).

2. De 120 bijkomende vrijwillige overuren (zonder dat deze recht geven op overloontoeslag of recuperatie) die actueel bestaan in de essentiële sectoren zullen onder de vorm van relance-uren worden uitgebreid tot alle sectoren, en dit tot 31 december 2022. Voor die overuren is een vrijstelling van sociale bijdragen voorzien en ze zijn voor de werknemer niet onderworpen aan de personenbelasting. Ze worden ook niet meegerekend voor de arbeidsduur.

3. De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 148 die een vereenvoudigd systeem vooropstelt voor het gebruik van tijdelijke werkloosheid voor bedienden wordt verlengd tot 30 juni 2023. Dit houdt in dat bedrijven zonder sectorale of ondernemings-cao toch beroep kunnen doen op het stelsel van economische werkloosheid voor bedienden op voorwaarde dat een omzet-of productiedaling aangetoond kan worden.

4. De deadline voor de harmonisering van de aanvullende pensioenen voor arbeiders en bedienden werd met 5 jaar verlengd, d.i. naar 1 januari 2030. De minimumleeftijd voor SWT werd principieel vastgelegd op 60 jaar (met uitzondering van SWT om medische redenen waar de grens 58 jaar is). Werknemers (met een zwaar beroep, een loopbaan van meer dan 35 jaar of die in dienst zijn van een werkgever in herstructurering/in moeilijkheden) kunnen vanaf 55 jaar hun prestaties wel tot de helft verminderen via het systeem van de landingsbaan (een vorm van tijdskrediet) met premie van de RVA. Overige werknemers kunnen vanaf 55 jaar hun prestaties ook verminderen in het kader van de landingsbaan maar zullen slechts een uitkering ontvangen vanaf de leeftijd van 60 jaar.