Oppassen geblazen: uitbreiding precontractuele informatieverplichtingen bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten
Sinds 2005 vereist de Belgische wetgeving dat partijen een verplicht informatieprotocol doorlopen voordat ze een "commerciële samenwerkingsovereenkomst" aangaan. Zowel franchiseovereenkomsten, maar ook concessie- en distributieovereenkomsten en zelfs overeenkomsten zoals handelsagentuur en makelaarsovereenkomsten (met uitzondering van het bank- en verzekeringswezen), kunnen onder de noemer “commerciële samenwerkingsovereenkomsten” vallen.
In essentie houdt dat verplicht informatieprotocol in dat de opdrachtgever ten laatste één maand vóór de geplande ondertekening van de commerciële samenwerkingsovereenkomst volgende documenten aan de opdrachtnemer moet bezorgen: 1) het ontwerp van de overeenkomst, en 2) een afzonderlijk document dat de gegevens bedoeld in artikel X.28 WER bevat. Dat afzonderlijk document wordt ook het ‘precontractueel informatiedocument’ (PID) genoemd. Op 9 februari 2024 werd een nieuwe wet gepubliceerd die een gevoelige uitbreiding omvat van de informatie die op het PID moet worden vermeld. In geval van niet-naleving van voornoemde verplichtingen, kan de opdrachtnemer mogelijk de nietigheid van (specifieke bepalingen van) de overeenkomst inroepen binnen twee jaar na het sluiten van de overeenkomst.
Vergeet bij het sluiten van een commerciële samenwerkingsovereenkomst dan ook geen aandacht te bieden aan deze precontractuele informatieverplichtingen, en in het bijzonder aan de gewijzigde inhoud van het PID. Bij twijfel kan u steeds contact opnemen met één van onze gespecialiseerde advocaten.