Terug naar overzicht
23 sep 2022

De volstortingsplicht van een overdrager van niet-volgestorte aandelen in de BV: het WVV schept duidelijkheid maar het oude recht blijft relevant

De verplichting van een overdrager tot volstorting van niet-volgestorte aandelen in de BVBA was jarenlang het voorwerp van discussie in rechtsleer en rechtspraak, aangezien dit voor de BVBA niet uitdrukkelijk was geregeld in de wet.

Het WVV maakte komaf met deze rechtsonzekerheid en voortaan geldt zowel voor de NV alsook voor de BV eenzelfde wettelijke regeling, met name de hoofdelijke aansprakelijkheid van de overdrager en alle latere overnemers tot volstorting, ten aanzien van de vennootschap en derden, en dit ongeacht het tijdstip van ontstaan van de schulden. De regelgeving van het WVV is strenger voor de overdrager maar voorziet in meer bescherming voor de vennootschap en derden.

Het WVV verduidelijkt ook dat elke overdrager die wordt aangesproken tot volstorting, zich op zijn beurt kan wenden tot zijn overnemer of elk van de latere overnemers. Dit vloeit voort uit het feit dat er in de praktijk vaak een lagere prijs voor de aandelen wordt overeengekomen omdat men ervan uitgaat dat de overnemer zal gehouden zijn tot volstorting.

Deze nieuwe regeling brengt duidelijkheid en rechtszekerheid maar de oude regelgeving blijft relevant in het kader van het overgangsrecht naar aanleiding van de inwerkingtreding van het WVV. Doorgaans wordt aangenomen dat de datum van overdracht van de aandelen in dat verband bepalend is. Indien de overdracht plaatsvond voor 1 januari 2020 (of vanaf de dag van bekendmaking van statutenwijziging in geval van opt-in), blijft het oude vennootschapsrecht van toepassing. Voor de NV betekent dit dat de aansprakelijkheid voor de overdrager beperkt is tot de schulden van voor het openbaar maken van de overdracht, met name de inschrijving in het aandelenregister. Voor de BV(BA), heeft het Hof van Cassatie in een zeer recent arrest eveneens de aansprakelijkheid van de overdrager voor schulden van voor de inschrijving van de overdracht als de geldende regel onder het oude recht bevestigd en maakt daarmee definitief een einde aan de uiteenlopende visies hierover.