Terug naar overzicht
30 mei 2023

Grondwettelijk Hof versoepelt mogelijkheid tot inroepen van onwettigheden in procedures voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen

Zoals reeds werd vermeld in onze nieuwsbrief van maart 2021, kon in procedures voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen en het Handhavingscollege sinds 24 juni 2021 de schending van een norm of algemeen rechtsbeginsel (die de openbare orde niet raakt) slechts worden ingeroepen indien was voldaan aan volgende drie vereisten:

(i) De ingeroepen onwettigheid schaadt de belangen van de partij die de schending aanvoert (belangenschade).

(ii) De rechtsregel strekt tot de bescherming van zijn belangen (relativiteitseis).

(iii) De ingeroepen onwettigheid moet reeds op het meest nuttige ogenblik in de bestuurlijke procedure worden opgeworpen (attentieplicht).

In een arrest van 11 april 2023 oordeelde het Grondwettelijk Hof evenwel dat de relativiteitseis en de attentieplicht in strijd zijn met het recht op toegang tot de rechter en met het recht op bescherming van een gezond leefmilieu. Het Hof vindt de combinatie van de relativiteitseis met de voorwaarde van de belangenschade niet redelijk verantwoord en vernietigt deze voorwaarden. De belangenschade blijft wél overeind gezien dit volgens het Hof een verduidelijking is van de voorwaarde van belangenschade die voorheen ook al bestond.