Terug naar overzicht
29 mrt 2022

Handelsagenten staan nog wat sterker in hun schoenen

Op 16 februari 2022 werd een wetswijziging doorgevoerd aan Boek X van het Wetboek Economisch Recht die eenzijdige contractuele wijzigingen aan de handelsagentuurovereenkomst door de principaal verder aan banden legt.

Voorafgaand aan deze wetswijziging werd een eenzijdige wijziging van de commissiebedragen door de principaal al expliciet gelijkgesteld met een verbreking van de handelsagentuurovereenkomst, wat tot gevolg heeft dat de handelsagent in dat geval recht krijgt op onder meer een uitwinningsvergoeding en ook niet langer gebonden is door een eventueel concurrentiebeding.

Voor een eenzijdige verhoging door de principaal van met de handelsagentuur verbonden kosten bestond deze expliciete bescherming voor de handelsagent evenwel niet. De wetgever heeft met de wetswijziging dit onevenwicht nu rechtgezet.

Vanaf 14 maart 2022 maakt ook iedere eenzijdige substantiƫle of structurele verhoging van kosten verbonden aan de handelsagentuurovereenkomst nadrukkelijk een handeling uit die gelijkstaat met de verbreking van de agentuur. Voor bepaalde sectoren, zoals de bank- en verzekeringssector, werd opnieuw in de mogelijkheid van een uitzondering voorzien. Net zoals voor de commissies is ook hier alertheid van de agent vereist: het voorbehoudloos aanvaarden van een verhoging tijdens een relatief lange periode kan een stilzwijgende akkoord met de verhoging uitmaken, zo bevestigt de wetgever ook in deze context.