Terug naar overzicht
26 nov 2024

Platformwerkers krijgen betere arbeidsomstandigheden

Op 14 oktober 2024 nam de Raad van de Europese Unie de definitieve tekst van de ‘Richtlijn Platformwerk’ aan. Deze richtlijn heeft tot doel minimumnormen te garanderen ter bescherming van platformwerkers (zoals maaltijdkoeriers of Uber-chauffeurs) en om schijnzelfstandigheid bij platformwerk te bestrijden.

Een kernelement van de richtlijn is de invoering van een doeltreffend wettelijk weerlegbaar vermoeden, dat zal helpen om de juiste arbeidsstatus te bepalen van mensen die werken via digitale arbeidsplatformen. Dit vermoeden van een arbeidsverhouding wordt geactiveerd wanneer er feitelijke aanwijzingen zijn van leiding en toezicht. In geval van een geschil, is het aan de digitale platformen om te bewijzen dat de betrokken contractuele verhouding geen arbeidsverhouding is.

Daarnaast introduceert de richtlijn ook maatregelen om meer transparantie te creëren rondom het gebruik van algoritmen door platformen om aan personeelsbeheer te doen. Bovendien moeten platformen ervoor zorgen dat menselijk toezicht wordt gewaarborgd bij belangrijke beslissingen die door een algoritme worden beïnvloed of genomen, zoals beloning, schorsing, ontslag of het verwijderen van een account.

Tot slot bevat de nieuwe richtlijn strikte regels voor privacybescherming, die verder gaan dan wat de Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR) voorschrijft.

Lidstaten hebben twee jaar de tijd (tot 2 december 2026) om de bepalingen van de Richtlijn Platformwerk in hun nationale wetgeving op te nemen.