Terug naar overzicht
25 mei 2021

Procedure bij Raad van State versoepeld

De maatregelen tegen het coronavirus zorgden bij de rechtscolleges onder meer voor de aanbeveling om minder (fysieke) hoorzittingen te voorzien en nadruk te leggen – waar mogelijk of wenselijk – op een schriftelijke behandeling van een zaak. Dit heeft zich nu vertaald in een permanente wijziging van de procedureregels waarbij wordt beoogd om de fysieke terechtzittingen te reduceren. Waar dit vroeger enkel mogelijk was op gezamenlijk initiatief van de partijen wordt nu voorzien dat de Raad zelf de schriftelijke behandeling van de zaak kan voorstellen bij de ingereedheidbrenging van de zaak. Partijen hebben dan 15 dagen de tijd om alsnog een verzoek tot hoorzitting in te dienen.

Naast de situaties waarin de oplossing voor de hand ligt (afstand van geding, intrekking, ...), gaat het volgens de toelichting van de regelgever om dossiers waar alles reeds in de schriftelijke procedure in woord en wederwoord werd uitgeschreven en desnoods in de laatste memories nogmaals op een rijtje werd gezet in het licht van het auditoraatsverslag. De wijziging zal ook bevorderlijk zijn voor het inperken van de gerechtelijke achterstand en het zal de partijen en/of hun advocaten een veelal nutteloze trip naar de Raad van State in Brussel – waar uiteindelijk vaak enkel naar de stukken wordt verwezen – besparen.

Het Koninklijk Besluit dat deze versoepeling invoert trad op 13 mei 2021 in werking.