Terug naar overzicht
25 jan 2022

Wetgever komt nogmaals tussen in de strijd tegen buitenproportioneel lange betalingstermijnen en sluit achterpoortje in de wet: 60 dagen en geen dag langer

Hoewel de wet bij gebrek aan uitdrukkelijke regeling standaard een betalingstermijn van 30 dagen voorziet voor de betaling van facturen, konden ondernemingen tot voor kort ook afwijkende kortere of langere betalingstermijnen overeenkomen.

In de praktijk zorgde dat ervoor dat grote spelers vaak buitenproportionele lange betalingstermijnen onderhandelden met hun kleinere contractspartijen. Om dit tegen te gaan kwam de wetgever reeds een eerste maal tussen in 2019. Toen werd het aan grote ondernemingen verboden om ten aanzien van een contractspartij-kmo voor zichzelf een betalingstermijn langer dan 60 dagen te onderhandelen.

Er werd evenwel een achterpoortje gevonden: grote ondernemingen legden sinds de wetswijziging vrijwel standaard een bijkomende verificatieperiode op, om de conformiteit van goederen na te gaan, wat volgens de wet wel nog toegelaten was. In de praktijk werden betalingstermijnen hierdoor toch nog uitgebreid tot 90 dagen of meer.

Een nieuwe wijziging aan de wet betalingsachterstand bij handelstransacties maakt met deze praktijken definitief komaf. Vanaf 1 februari 2022 mag de betalingstermijn van een factuur van gelijk welke onderneming, zonder onderscheid naar omvang, nooit meer bedragen dan 60 dagen. Eventuele verificatieperiodes moeten steeds deel uit maken van deze betalingstermijn. De betalingstermijn begint immers steeds te lopen vanaf de ontvangst van de factuur of bij ontvangst van de goederen of diensten. Contractuele bedingen die kunstmatig de ontvangstdatum van facturen proberen op te schuiven, waardoor de betalingstermijn pas later zou beginnen lopen, zijn verboden.