Op 5 november 2024 werd een wetsvoorstel ingediend tot wijziging van de overheidsopdrachtenwet. De opvallendste wijziging is de afschaffing van de mogelijkheid voor aanbestedende overheden om de laagste prijs als enige gunningscriterium te hanteren bij het gunnen van een overheidsopdracht. Uit de praktijk blijkt namelijk dat de laagste prijs slechts zelden leidt tot de meest geschikte en kwalitatieve oplossing.

De doelstelling van dit wetsvoorstel is daarom om aanbestedende overheden te verplichten om meer rekening te houden met de kosteneffectiviteit en met de prijs-kwaliteitsverhouding. Dit wordt versterkt door de nieuwe verplichting voor overheden om in overheidsopdrachten sociale, ethische en milieuclausules op te nemen. Bovendien zouden inbreuken op het sociaal recht, arbeidsrecht en milieurecht door de wetswijziging verplicht als uitsluitingsgrond gelden en niet langer facultatief.

Voor de opdrachten die betrekking hebben op werken of diensten, waar de ecologische uitdagingen en het risico van sociale dumping aanzienlijk zijn, beoogt het wetsvoorstel te bepalen dat het prijscriterium niet meer dan 40% van de gunningscriteria mag vertegenwoordigen.

Het Wetsvoorstel is momenteel nog hangende in de Kamer.