Terug naar overzicht
27 okt 2020

Artikel van de maand door Lies Sinnaeve: Verzekeringen in de bouwsector: niet noodzakelijk complexer dan de bouwwerken zelf met dit overzicht

Bij een bouwwerf zijn diverse partijen betrokken: de bouwheer, de promotor, aannemers, onderaannemers, de architect, een studiebureau … Er kan dan ook van alles mislopen, met vaak een grote financiële impact. Ook na de oplevering zijn nog problemen mogelijk. Zowel voor de opdrachtgevers als voor de uitvoerders is het daarom van groot belang dat werken in de bouwsector goed verzekerd zijn.

Er zijn echter verschillende verzekeringen op de markt. De wetgever heeft trouwens recent een aantal daarvan verplicht gemaakt, waardoor vooral de bouwheer beter beschermd zou moeten zijn. Maar welke verzekeringen zijn nu juist verplicht, en voor welke partij? Voor welke concrete gebreken moet de verzekeraar dekking geven? En kunt u als bouwheer bepaalde verzekeringen afdwingen?

We zetten de belangrijkste verzekeringen in de bouw voor u op een rij, met concrete voorbeelden.

Verplichte verzekering tienjarige aansprakelijkheid

(Wet Peeters-Borsus, in werking sinds 1 juli 2018)

Iedere architect, aannemer of andere dienstverlener in de bouw (zoals een studiebureau) moet zich verplicht laten verzekeren voor zijn tienjarige aansprakelijkheid. Let wel, deze verplichting geldt enkel voor woningbouw, meer concreet uitsluitend voor werken die betrekking hebben op de stabiliteit, stevigheid en waterdichtheid van de woning, en mits de tussenkomst van een architect wettelijk vereist is.

Bijvoorbeeld: verplicht voor de aannemer die het dak legt, maar niet voor de installateur van elektriciteit.

Deze verplichte verzekering dekt enkel de aansprakelijkheid voor gebreken die de stabiliteit, stevigheid of waterdichtheid van een gebouw kunnen aantasten. Die dekking geldt vanaf de aanvaarding van de werken voor een periode van tien jaar.

Bijvoorbeeld: een muur die gedeeltelijk instort of een dak dat begint te lekken.

Verplichte beroepsaansprakelijkheidsverzekering

(Wet Peeters-Ducarme, in werking sinds 1 juli 2019)

De architect en andere dienstverleners die hoofzakelijk intellectuele prestaties verrichten in de bouw (bijvoorbeeld een studiebureau of een landmeter, maar niet een gewone aannemer) moeten bovendien een verplichte beroepsaansprakelijkheidsverzekering afsluiten. Deze verzekering dekt de aansprakelijkheid voor contractuele beroepsfouten. Ze geldt niet enkel voor woningbouw, maar voor alle onroerende werken, ook als een architect daarbij niet wettelijk vereist is (bijvoorbeeld bij afbraakwerken).

Bijvoorbeeld: de verkeerde opmeting van een terrein door een landmeter of een vergissing in de opmaak van een EPC-attest.

Facultatieve verzekering Alle Bouwplaatsrisico’s (ABR)

Een ABR-verzekering dekt in eerste instantie de materiële schade aan bouwwerken, bestaande goederen en werftoestellen en -materiaal (zonder discussie over aansprakelijkheid en ongeacht de oorzaak). Alle bouwpartijen zijn hierin verzekerd.

Bijvoorbeeld: een werfkraan waait om door een storm, een brand vernietigt de reeds gebouwde muren of pas geplaatst sanitair wordt gestolen.

Na de oplevering loopt de dekking nog een korte termijn verder (meestal 12 of 24 maanden) voor schade die ontstaan is tijdens de bouwtermijn op de bouwplaats.

Daarnaast kan de ABR-verzekering ook soelaas bieden wanneer de bouwwerken schade aan derden berokkenen, maar dan na uitputting van de waarborg van de klassieke aansprakelijkheidsverzekering. Als u bouwheer bent, kan de ABR-verzekering u ook dekking geven voor schade aan uw buur als gevolg van de bouwwerken zonder dat er sprake is van een fout.

Bijvoorbeeld: het gebouw van uw buur vertoont barsten door het intrillen van funderingspalen.

Goed om te weten: deze facultatieve verzekering kan worden afgesloten door zowel de opdrachtgever als de uitvoerende partij.

Facultatieve aansprakelijkheidsverzekering

Tot slot is er de klassieke BA-exploitatieverzekering, ook wel eens de ‘familiale verzekering van de onderneming’ genoemd. Deze is facultatief, tenzij bij overheidsopdrachten, waar ze verplicht is.

Tijdens de uitvoering van de werken geldt dan het luik ‘aansprakelijkheidsverzekering uitbating’. Dit luik biedt wel slechts dekking voor schade aan derden en dus niet voor schade door eigen gebrekkig werk.

Bijvoorbeeld: een werfafsluiting waait om en komt op geparkeerde voertuigen terecht. De herstelkost van een scheef gemetselde muur wordt dan weer niet gedekt.

Deze polis bevat klassiek ook een luik dekking voor ‘toevertrouwde goederen’.

Bijvoorbeeld: de aannemer moet de roofing herstellen en berokkent daarbij schade aan het dak. Het dak is toevertrouwd goed en schade hieraan wordt dus gedekt.

Na uitvoering van de werken kan een zogenaamde ‘aansprakelijkheidsverzekering na werken/levering’ van toepassing zijn. Dit luik dekt de aansprakelijkheid voor verborgen gebreken die na de oplevering opduiken.

Bijvoorbeeld: door waterinfiltratie na dakwerken moeten de meubelen vervangen worden.