Volgens de overheidsopdrachtenwet vallen bepaalde juridische diensten (zoals de vertegenwoordiging in rechte door een advocaat of juridische bijstand en advies naar aanleiding van een mogelijke procedure), alsook arbitrage- en bemiddelingsdiensten niet onder het toepassingsgebied van de overheidsopdrachtenregelgeving. Met een recent arrest van 7 november 2019 boog het Grondwettelijk Hof zich over de vraag of dergelijke diensten al dan niet terecht worden uitgesloten van het toepassingsgebied.

Met verwijzing naar Europese rechtspraak oordeelde het Grondwettelijk Hof dat deze diensten inderdaad mogen worden uitgesloten.

Wat betreft de arbitrage- en bemiddelingsdiensten verwijst het Hof naar het feit dat arbiters en bemiddelaars door alle partijen in een geschil moeten worden aanvaard en dus aan geen enkele partij kunnen worden opgedrongen. Omwille van dit specifieke kenmerk mogen de aanbestedingsvoorschriften buiten spel worden gezet.

Wat betreft (bepaalde) juridische diensten verwijst het Hof (onder meer) naar de vertrouwensband die heerst tussen advocaat en cliënt om te oordelen dat dergelijke diensten kunnen worden uitgesloten van de plaatsingsregels. Daarnaast bevat de overheidsopdrachtenwet nog andere waarborgen om de mededinging en de naleving van basisprincipes op dat vlak te verzekeren.