In onze nieuwsbrief van april 2013 brachten wij u reeds op de hoogte van het wetsontwerp van 11 april 2013 dat tot doel had de oude Belgische arbitragewet globaal te hervormen. Op 1 september 2013 trad deze nieuwe Belgische arbitragewet in werking. De nieuwe wet wil een functioneel (internationaal) forum bieden.

Snelle afhandeling die vaak als grote troef van arbitrage werd uitgespeeld, werd immers dikwijls uitgehold. De mogelijkheid om na het bekomen van een arbitrale uitspraak alsnog een vernietigingsprocedure in te stellen voor de rechtbank, waartegen nogmaals beroep kon worden aangetekend, gaf bijwijlen aanleiding tot vrij lange procedures. Aan deze ellenlange procedures heeft de wetgever nu een einde willen stellen door de dubbele aanleg in de nieuwe wet af te schaffen. De rechtbank van eerste aanleg beslist voortaan in eerste en laatste aanleg, enkel een cassatieberoep is nog mogelijk.

De wetgever heeft ook de mogelijkheid beperkt om dergelijke vordering tot vernietiging in te stellen : enkel de in de wet limitatief opgesomde gronden komen nog in aanmerking. Partijen zijn bovendien niet meer verplicht de arbitrageovereenkomst schriftelijk op te stellen.

Tot slot wordt een efficiëntere afhandeling beoogd door de mogelijkheid in te voeren, tijdens de arbitrageprocedure, beroep te doen op de bijstand van de gewone rechtbank. Deze bijstand kan nuttig zijn gezien de arbiter afhankelijk is van de wil van de partijen. De rechter daarentegen kan, op vraag van één van de partijen, alle nodige bewijsmaatregelen bevelen. Deze nieuwe wet is niet enkel ambitieus, maar hoopt bovendien België aantrekkelijk te maken als internationale arbitragezetel.