Terug naar overzicht
01 jan 2015

De advocaat 2.0: juridische dienstverlening in de digitale wereld

“In Belgium there’s the peculiarity that separate rules are enacted concerning contracts between consumers and practitioners of liberal professions.” Zo werd het Belgisch dualisme tussen enerzijds de handelaar, die onderworpen wordt aan het handelsrecht en de daarop geënte economische regelgeving, en anderzijds de vrije beroepsbeoefenaar, die burgerlijke activiteiten stelt en aldus uitgesloten wordt van het klassieke handelsrecht, treffend samengevat in een Europees rechtsvergelijkend werk inzake consumentenbescherming1 . Inderdaad werd de economische regelgeving inzake marktpraktijken en consumentenbescherming tot voor kort aldus geconcipieerd dat deze grosso modo enkel gold voor de klassieke handelaar2 . De vrije beroepsbeoefenaar (en hiermee dus ook de advocaat) werd steevast uitgesloten van het personeel toepassingsgebied3 . Ook heel wat andere wetgeving knoopt klassiek aan bij het handelaarsbegrip: zo kan enkel de handelaar failliet worden verklaard, toegelaten worden tot een gerechtelijke reorganisatie, is enkel die laatste principieel belast met een protestlast, geldt enkel ten aanzien van handelaars het vermoeden van hoofdelijkheid (i.t.t. het gemeenrechtelijk principe van schuldsplitsing – art. 1202 BW), geldt enkel ten aanzien van handelaars een soepeler regime inzake bewijs (art. 25 W.Kh.), etc.