Terug naar overzicht
24 jun 2014

Het recht om vergeten te worden, digitaal maar ook online

Artikel 12 van de Belgische privacywet omschrijft het op Europese leest geschoeide “recht om vergeten te worden”. Het artikel stelt dat elke burger zich ertegen kan verzetten dat “hem betreffende gegevens het voorwerp van een verwerking vormen”, voor zover hij althans “zwaarwegende en gerechtvaardigde redenen” en een “bijzondere situatie” kan inroepen.
Recent oordeelde het Europees Hof van Justitie (EHvJ 13 mei 2014) dat ook indexeringen door zoekmachines als Google een verwerking van persoonsgegevens uitmaken. Het feit dat Google een Amerikaans bedrijf is, speelt hierbij, aldus het Hof, geen rol. Google biedt haar diensten immers rechtstreeks aan aan Europese burgers. Is er sprake van een bijzondere situatie, dan kan de burger voortaan verzoeken om bepaalde resultaten te verhullen. Het Hof benadrukt daarbij de mogelijkheid dat zelfs een initieel rechtmatige verwerking van juiste gegevens na verloop van tijd niet langer geoorloofd is wanneer, in de concrete zaak die gegevens ontoereikend of niet meer relevant zijn voor het doel waarvoor zij werden verwerkt.
Google zette alvast een specifiek formulier online om een vergeet-verzoek in te dienen. Het formulier voldoet aan de vereisten van de privacywet en biedt Google een maand de tijd om op het verzoek te antwoorden. Weigert Google uw verzoek, dan kunt u naar de Privacycommissie stappen, of ultiem ook naar de rechtbank. Let wel: de concrete website(s) waarop de informatie aangaande uw persoon te lezen zijn, worden door deze actie niet gecensureerd. Wenst u dat ook daar uw persoonsgegevens worden verwijderd, dan dient u ook aan die laatste een verzoek conform de privacywet te richten.