Terug naar overzicht
24 dec 2013

Onregelmatig verkregen bewijs in strafzaken: wettelijke verankering “Antigoonrechtspraak”

De wet van 24 oktober 2013 tot wijziging van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering wat betreft de nietigheden, verankert de zogenaamde. “Antigoon-rechtspraak” van het Hof van Cassatie (°2003) die handelt over de bruikbaarheid in strafzaken van onregelmatig verkregen bewijs. De nieuwe wet bevestigt dat de nietigheid van onregelmatig verkregen bewijs zich slechts in drie gevallen opdringt, meer bepaald wanneer (1) de naleving van de betrokken vormvoorwaarden wordt voorgeschreven op straffe van nietigheid (het betreft bijvoorbeeld de schending van de procedurele voorwaarden rond telefoontap, briefgeheim, etc.), of (2) de begane onregelmatigheid de betrouwbaarheid van het bewijs heeft aangetast (wat bijvoorbeeld het geval is bij verklaringen die middels foltering werden afgedwongen), of (3) het gebruik van het bewijs in strijd is met het recht op een eerlijk proces. De regelgeving trad in werking op 22 november 2013.