Terug naar overzicht
24 jun 2014

Verstrengde aanpak sociale dumping door wijziging in het Sociaal Strafwetboek

In het kader van de strijd tegen de sociale dumping van frauduleus gedetacheerde EU-werknemers werd recent het artikel van het Sociaal Strafwetboek dat misdrijven bestraft inzake de niet-betaling of laattijdige betaling van loon (artikel 162) gewijzigd.
Het niet (of laatijdig) betalen van loon was al strafbaar met een sanctie van niveau 2, wat betekent dat een strafrechtelijke geldboete van 50 tot 500 EUR of een administratieve geldboete van 25 tot 250 EUR kan worden opgelegd. Beide geldboetes zijn bovendien te vermenigvuldigen met zes ingevolge de zogenaamde ‘opdeciemen’.
Door de wetswijziging werd hier nu aan toegevoegd dat wanneer het in de sector toepasselijke minimumloon niet wordt uitbetaald én er samenloop is met de in het artikel 162 opgesomde misdrijven (o.a. niet respecteren arbeidstijden, inhaalrust, verboden zondagarbeid, niet-toegelaten inhoudingen op het loon, niet betalen van verplaatsingsvergoedingen, maaltijdcheques enz.) de minima en de maxima van de strafrechtelijke en administratieve geldboetes worden vermenigvuldigd met twaalf.
Hierdoor worden de boetes op het niveau 4 gebracht, wat een strafrechtelijke geldboete van 600 tot 6.000 EUR en een administratieve geldboete van 300 tot 3.000 EUR inhoudt (opnieuw te vermenigvuldigen met zes wegens de opdeciemen).
Tot slot mag niet worden vergeten dat de geldboete telkenmale nog wordt vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers.