Een bankgarantie op eerste verzoek biedt de begunstigde ervan een zekerheid dat hij bij geldige afroep betaling zal ontvangen van de bank die de garantie op verzoek van de opdrachtgever afleverde. De onderliggende (contractuele) discussies tussen de begunstigde van de garantie en de opdrachtgever zijn immers vreemd aan de bank : deze kan, en mag, hier geen rekening mee houden. Dit autonoom karakter van de bankgarantie wordt nog versterkt door een recent gepubliceerde uitspraak van ons hoogste rechtscollege waarin werd bevestigd dat de bankgarantie een abstracte verbintenis uitmaakt (Cass. 24 april 2009, R.W. 2010-2011, nr. 31, 1301). De bankgarantie wordt hiermee als het ware volledig losgekoppeld van de onderliggende verhouding tussen begunstigde en opdrachtgever.De vraag of de bank bij afroep moet betalen wordt enkel bepaald door de inhoud en draagwijdte van de bankgarantie. Deze inhoud wordt ook zeer letterlijk opgevat : de bank houdt zich doorgaans aan een strikt formalisme wanneer zij geroepen wordt om tot betaling over te gaan. Alertheid is dus geboden zowel bij de redactie van de (bank)garantie als bij het afroepen ervan.