Bij overlijden van een persoon gaat doorgaans het vruchtgebruik op diens goederen naar de overlevende partner, terwijl de kinderen de blote eigendom verkrijgen.
Deze situatie leidt soms tot praktische moeilijkheden of discussies - vooral als het om een nieuw samengesteld gezin gaat, en partijen kiezen er dan ook vaak voor dit vruchtgebruik “om te zetten”, dit wil zeggen te waarderen en uit te kopen. De waardering van dit vruchtgebruik betekende echter vaak een nieuwe bron van discussie, nu daarvoor geen eenduidige methode bestond.
De wetgever is hieraan tegemoet gekomen door de regels voor waardering van het vruchtgebruik wettelijk vast te leggen, in het Burgerlijk Wetboek. Voortaan wordt jaarlijks een omzettingstabel gepubliceerd, die aan het vruchtgebruik een bepaald percentage toekent in functie van de leeftijd en het geslacht van de vruchtgebruiker, en de geldende rentevoeten. De rechter zal deze tabellen toepassen indien partijen niet onderling tot een vergelijk komen omtrent de waarde van het vruchtgebruik. Voorlopig kan dit nog niet, aangezien de bewuste omzettingstabel nog niet bekendgemaakt is.