Terug naar overzicht
28 mei 2013

Europees Hof van Justitie stelt verplicht gebruik van Nederlands in sociale betrekkingen (deels) in vraag

Werkgevers met exploitatiezetel in het Nederlandse taalgebied hebben geen vrije taalkeuze voor de ‘sociale betrekkingen’ met hun personeel. Sinds 1973 zijn zij verplicht om bijvoorbeeld arbeidsovereenkomsten op te stellen in het Nederlands. Miskenning van dit voorschrift leidt tot nietigheid: de akte wordt geacht niet te hebben bestaan.

Veertig jaar later maakt het Europees Hof van Justitie brandhout van deze verplichting, althans voor ‘arbeidsovereenkomsten met een grensoverschrijdend karakter’. Volgens het Hof is het verplicht gebruik van het Nederlands op zich niet verkeerd, maar is de sanctie (nietigheid) te streng. Daardoor vormt de dwingende taalregel een inbreuk op het Europese vrije werknemersverkeer. Volgens deze rechtspraak kunnen arbeidsovereenkomsten, afgesloten met werknemers uit andere EU-lidstaten, niet alleen in het Nederlands maar ook in een ‘door alle partijen taal rechtsgeldige versie’ worden opgesteld.