Terug naar overzicht
29 nov 2023

Artikel van de maand door Alain Uyttenhove: Ommezwaai in ambtenarenland. Voortaan gewoon ontslag mogelijk voor provinciale en gemeentelijke ambtenaren

Sinds jaar en dag behoort de “vaste benoeming” tot één van de fundamenten van het ambtenarenstatuut. De vaste benoeming van een ambtenaar garandeert dat, in tegenstelling tot bij werknemers, aan de dienstbetrekking niet zomaar een einde kan worden gemaakt. Traditioneel kan dit slechts bij wijze van tuchtmaatregel, die bovendien maar kan worden opgelegd in het kader van een strikt formeel geregelde tuchtprocedure. Hier komt nu, althans voor de provinciale en gemeentelijke ambtenaren, verandering in.

Op 10 juli 2023 verscheen in het Belgisch Staatsblad het decreet tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de beëindiging van de hoedanigheid van het statutaire personeelslid. Dit decreet doet, kort samengevat, eigenlijk twee dingen. Enerzijds schrapt het decreet de tuchtsancties “ontslag van ambtswege” en “afzetting”. Anderzijds bepaalt het decreet dat voor de beëindiging van de hoedanigheid van het statutaire personeelslid voortaan de bepalingen uit de arbeidsovereenkomstenwet van toepassing worden.

Zeer concreet komt dit er dus op neer dat de dienstbetrekking van een provinciale of lokale ambtenaar voortaan kan worden opgezegd met een opzeggingstermijn of kan worden verbroken mits betaling van een verbrekingsvergoeding, als was de ambtenaar een gewone werknemer. De dienstbetrekking kan eveneens worden beëindigd om een dringende reden. Ook de regels inzake beëindiging op grond van medische overmacht worden van toepassing. Enige principiële verschil met een gewone werknemer uit de private sector is dat wanneer de ambtenaar ontslagen wordt omwille van beroepsongeschiktheid wegens ontoereikend functioneren, dit slechts kan ná voorafgaande evaluatie. Dit laatste is geen algemene regel in de private sector.

Deze toch wel fundamentele wijziging in het landschap van het ambtenarenrecht is bedoeld om de rechtspositieregeling van de ambtenaren in de lokale en provinciale besturen te moderniseren en de verschillen tussen de statutaire en contractuele personeelsleden verder weg te werken. Het Vlaamse regeerakkoord 2019-2024 bepaalde dat er voor de statutaire ambtenaren bij de lokale en provinciale besturen een ontslagregeling zou worden uitgewerkt die dezelfde is als de ontslagregeling uit de Arbeidsovereenkomstenwet. Contractuelen in overheidsdienst zijn een steeds groter wordende groep. Zij zijn werknemers, vallen in principe onder de arbeidsovereenkomstenwet en kunnen dus ook op een eenvoudiger en flexibeler manier worden ontslagen.

De (min of meer) levenslange benoeming als ambtenaar werd steeds gerechtvaardigd door het principe van de “veranderlijkheid van de openbare dienst”. Deze veranderlijkheid eist(e) van de ambtenaar een grote graad van flexibiliteit met betrekking tot de aard en de uitvoering van zijn opdracht. Hiertegenover stond de garantie dat het bestuur niet zomaar zijn of haar benoeming kon beëindigen. Vastheid van betrekking in ruil voor flexibiliteit, dus. Opmerkelijk is nu dat, op grond van diezelfde veranderlijkheid, het principe van de vaste benoeming wordt verlaten ten voordele van een flexibeler personeelsbeleid.

Ook niet onbelangrijk om aan te stippen is dat de beëindiging van het statutair personeelslid “niet kennelijk onredelijk” mag zijn. Het ontslag moet gesteund zijn op het gedrag van de ambtenaar of berusten op de noodwendigheden voor de werking van het bestuur. Het mag geen beëindiging zijn waartoe nooit zou zijn beslist door een normaal en redelijk handelend lokaal bestuur. Deze bepaling is geïnspireerd op CAO 109, die in 2014 het verbod op een kennelijk onredelijk ontslag introduceerde voor werknemers uit de private sector. Via deze weg doet het verbod op een kennelijk onredelijk ontslag ook zijn intrede in het ambtenarenrecht.

Deze regeling is in werking getreden op 1 oktober 2023. Het blijft voorlopig wel nog even wachten op de Vlaamse Regering, die de nadere regels voor de beëindiging moet vaststellen.