Terug naar overzicht
26 apr 2016

Beroepsgoederen van rechtspersoon blijven niet beschermd tegen beslag

De goederen van een natuurlijke persoon die hij absoluut nodig heeft voor zijn beroep, kunnen bij wet niet in beslag worden genomen. De beslagene kan kiezen welke goederen buiten het beslag vallen, mits de waarde ervan in totaal niet meer is dan 2.500,00 euro.In een recent arrest sprak het Grondwettelijk Hof zich uit over de vraag of een rechtspersoon hierdoor wordt gediscrimineerd. Deze bescherming is immers enkel wettelijk voorzien voor natuurlijke personen.

Het Hof oordeelt dat dit niet het geval is: het doel van de beschermingsregel bestaat erin de menselijke waardigheid te beschermen en armoede te bestrijden. Als de natuurlijke persoon verder kan beschikken over de voorwerpen die hij nodig heeft voor zijn beroep, wordt hij verder in staat gesteld om een beroepsinkomen te verwerven. Hierdoor wordt een materieel levensminimum veilig gesteld.

Als men een rechtspersoon opricht, wordt een nieuw vermogen gecreëerd: het beroepsvermogen. Op die manier wordt het eigen vermogen en dat van het gezin, het privévermogen, beschermd ten aanzien van de schuldeisers van de rechtspersoon. Dit is volgens het Hof een andere manier om het nagestreefde doel te bereiken. Het verschil in behandeling vormt volgens het Hof dan ook geen discriminatie (GwH, 24 maart 2016).