Terug naar overzicht
28 feb 2017

Beslag op buitenlandse bankrekeningen eindelijk binnen handbereik

Bewarend beslag vanuit het land van de schuldeiser

Stel dat een Belgische onderneming een machine verkoopt aan een Spaanse klant en in de verkoopovereenkomst een clausule opneemt die de Belgische rechtbanken bevoegd maakt bij discussies. De Spaanse klant betaalt niet voor de machine en de verkoper vreest dat de tegoeden op de Spaanse bankrekeningen van zijn debiteur zullen verdwijnen. Voorheen moest de Belgische verkoper in zo’n geval naar Spanje trekken om toelating te krijgen voor een bewarend beslag op de bankrekeningen van zijn Spaanse debiteur. Sinds 18 januari 2017 hoeft dit niet langer. De verkoper kan voortaan onder bepaalde voorwaarden de buitenlandse bankrekeningen laten bevriezen met een bevel uitgereikt door de Belgische beslagrechter.

Het bekomen van een Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen wordt mogelijk gemaakt door de inwerkingtreding van de Europese Verordening van 15 mei 2014 die deze European Account Preservation Order, kortweg EAPO, in het leven riep (hierna ‘de Verordening’).

Verordening nr. 655/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van een procedure betreffende het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen om de schuldvorderingen in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken, Pb. EU L 189/59, inwerk. 18 januari 2017.

Grensoverschrijdend dispuut?

De EAPO-procedure kan worden aangewend bij de inning van de meeste geldelijke vorderingen die een grensoverschrijdend karakter hebben. Dat betekent dat de bankrekeningen zich in een ander EU-land moeten bevinden dan het land waar het verzoek om een beslagbevel wordt ingediend of waar de schuldeiser zijn woonplaats of zetel heeft. Via de EAPO-procedure kan evenwel voorlopig geen beslag worden gelegd op bankrekeningen in Denemarken of het Verenigd Koninkrijk.

Om terug te gaan naar ons voorbeeld: de Belgische verkoper kan in België de procedure opstarten om beslag te laten leggen op de Spaanse bankrekeningen van zijn Spaanse schuldenaar. Maar een Belgische schuldeiser zou evengoed in België een bevel kunnen bekomen tot beslag op de Spaanse bankrekeningen van zijn Belgische schuldenaar. De crediteur kan zelfs in één beweging niet alleen de bankrekeningen van zijn debiteur in Spanje viseren, maar meteen ook diens bankrekeningen in Frankrijk, Nederland of elders. Omgekeerd geldt dit ook: de bankrekeningen van een Belgische debiteur kunnen voortaan op verzoek van bijvoorbeeld een Spaanse crediteur door een beslissing van een Spaanse rechtbank worden bevroren.

De nieuwe procedure is facultatief. Niets belet dat, in ons voorbeeld, de Belgische schuldeiser meteen voor de Spaanse rechtbanken toelating vraagt voor beslag.

Start van de EAPO-procedure

De procedure werkt met gestandaardiseerde formulieren, die uniform zijn uitgewerkt binnen de EU. De schuldeiser begint met zijn verzoek in te dienen bij de bevoegde rechtbank aan de hand van een nauwkeurig ingevuld formulier, samen met de relevante bewijsstukken. Om als Belgische schuldeiser bij de Belgische beslagrechter te kunnen aankloppen is wel vereist dat de Belgische rechtbanken ook bevoegd zijn om over het onderliggende geschil ten gronde te oordelen. Als bijvoorbeeld de verkoopovereenkomst uitdrukkelijk een bevoegdheidsbeding in die zin bevat, kan dit.

De procedure verloopt in principe schriftelijk en tot aan het bevel volledig eenzijdig. Het verrassingseffect blijft dus gehandhaafd: de schuldenaar wordt niet verwittigd van het door de schuldeiser ingediende verzoek.

Een EAPO zal pas worden gegeven wanneer met het verzoek wordt aangetoond dat er een reëel risico bestaat dat de latere inning van de vordering onmogelijk of bemoeilijkt wordt als er geen bewarend beslag wordt gelegd. Deze urgentievereiste bestaat ook in een louter Belgische beslagprocedure.

Tenzij er al een veroordelende uitspraak is, moet de rechtbank er ook van worden overtuigd dat de vordering tegen de debiteur waarschijnlijk gegrond is. Ook dit is gelijkaardig in onze nationale procedure. Het EAPO-verzoek moet in dat geval steeds kort nadien gevolgd worden door het starten van een procedure ten gronde.

Van de schuldeiser zal – of kan, al naargelang het geval – een zekerheid worden geëist door de rechtbank. Hiermee wil men vermijden dat er misbruik wordt gemaakt van de procedure.

Het bevel en de navolgende houding van de debiteur

Als het verzoek wordt ingewilligd door de rechtbank, is het bevel meteen uitvoerbaar in het land waar de buitenlandse bankrekening zich bevindt. De bankrekening van de debiteur wordt bevroren, maar enkel tot het bedrag van de vordering. Als er meer geld op de bankrekening stond, blijft dit dus wel beschikbaar voor de debiteur.

Voor de uitvoering van het bevel moet evenwel gehandeld worden volgens de regels die gelden in het land waar de rekeningen zich bevinden. Opnieuw in ons voorbeeld: het effectief bevriezen van de bankrekeningen zal gebeuren volgens de Spaanse regelgeving.

De debiteur kan zich verweren tegen het beslag door het EAPO-bevel zelf of de uitvoering ervan te betwisten.

Meerwaarde van deze nieuwe procedure?

De EAPO-procedure kan toelaten in het ‘thuisland’ meteen bewarend beslag te bekomen voor meerdere rekeningen in verschillende landen. Een andere troef is dat het beslagbevel in zo goed als elke EU-lidstaat onmiddellijk uitvoerbaar is.

De Verordening voorziet ook in de mogelijkheid om informatie over de bestaande bankrekening(en) van de debiteur te bekomen wanneer de schuldeiser hier geen helder zicht op heeft. Onder bepaalde voorwaarden kan de schuldeiser de rechtbank waar hij zijn verzoek indient ook vragen om gegevens te laten inwinnen ter identificatie van de banken en bankrekening(en) van de debiteur.

Voorzichtige slotbeschouwing


De EAPO-procedure biedt op papier de mogelijkheid om op een kostenbesparende manier de inning van grensoverschrijdende schulden te verbeteren. Eenmaal het beslagbevel er is, moet het echter nog op een efficiënte wijze worden uitgevoerd in het buitenland. De praktijk zal moeten uitwijzen in welke landen dit effectief vlot verloopt en waar dat minder het geval is.

Het is overduidelijk ook een moeilijke evenwichtsoefening gebleken tussen het versterken van de positie van de schuldeiser enerzijds en de bescherming van de schuldenaar anderzijds. De rechten van de schuldenaar zijn immers niet te onderschatten: de zekerheidsstelling door de schuldeiser, de (vermoedens van) aansprakelijkheid van de schuldeiser, de formele vereisten en grondvereisten voor het verzoek, enzovoort. Niettemin valt de EAPO, en daarmee de Europeesrechtelijke evolutie, vanuit het oogpunt van de grensoverschrijdende schuldeiser wel degelijk toe te juichen, zij het vooralsnog voorzichtig.

Vanessa Ramon | Thomas Langbeen

vanessa.ramon@crivits-persyn.be
thomas.langbeen@crivits-persyn.be