Terug naar overzicht
31 okt 2023

Boostfuncties maken van een speed pedelec geen motorvoertuig

Het is al een tijdje geweten dat loutere trapondersteuning een fiets met elektrische hulpmotor (al dan niet een speed pedelec) nog niet als automatisch als motorvoertuig doet kwalificeren. De motor werkt immers niet autonoom: trappen blijft noodzakelijk om de motor te laten werken. Deze elektrische fietsen zijn dus niet aan de verplichte motorvoertuigenverzekering (WAM-verzekering) onderworpen.

Discussie ontstond wél over nieuw-technologische “randgevallen” zoals bijvoorbeeld de “boostfunctie”, waarmee een speed pedelec was uitgerust. Deze boostmodus werd reeds actief vanaf een snelheid van 0,5 km/u. Door het geven van één enkele trap of het louter voortduwen van de fiets, kon de boostfunctie de snelheid van de fiets verder zelfstandig opdrijven tot een snelheid van 20 km/u zonder dat hiervoor bijgetrapt diende te worden.

Een bestuurder van een dergelijke fiets overleed na een aanrijding met een auto en er ontstond een discussie tussen de arbeidsongevallenverzekeraar van de overleden fietser en de motorvoertuigenverzekeraar van de wagen: diende deze speed pedelec met boostfunctie nog als een fiets dan wel als motorvoertuig te worden beschouwd?

Deze vraag stelde zich in een concreet dossier dat ons kantoor behandelde. De procedure werd gevoerd tot in het Hof van Justitie, dat in het – toch wel principieel - arrest van 12 oktober 2023 oordeelde dat zo’n fiets (waarvan de elektrische motor uitsluitend trapondersteuning biedt en die beschikt over voormelde (boost)functie) geen (motor)voertuig is.

Concreet heeft dit tot gevolg dat de bestuurder van een elektrische fiets met boostfunctie een zwakke weggebruiker is en recht heeft op vergoeding van de lichamelijke schade door de verzekeraar van de wagen, ongeacht of zijn aansprakelijkheid betrokken is.