Terug naar overzicht
27 jun 2023

Corona en handelshuur: het Hof van Cassatie hakt de knoop door in zijn arrest van 26 mei 2023

De covid-lockdowns voor handelszaken genereerden tal van geschillen rond het lot van de huur: moest die huurprijs verder betaald worden of was de handelshuurder tijdelijk bevrijd? De rechtspraak is zeer verdeeld, gaande van volledige vrijstelling tot volledig verschuldigd blijven van de huur en zowat alles daar tussen in.

In zijn arrest van 26 mei 2023 – overigens in een door ons kantoor behandeld dossier - kwalificeerde het Hof van Cassatie de coronamaatregelen die de exploitatie van handelszaken verbood als een situatie van tijdelijk (juridisch) tenietgaan van het huurgoed zoals dit geregeld wordt in art. 1722 Oud BW. Door dit tijdelijk tenietgaan – en dus de situatie van overmacht - kon de verhuurder geen huurgenot verlenen aan de huurder. Keerzijde is wel dat de huurder geen huur moet betalen, aldus het arrest.

Art. 1722 Oud BW voorziet trouwens ook dat een huurgoed niet alleen tijdelijk (naast permanent) maar ook gedeeltelijk (naast geheel) teniet kan gaan. Tijdelijk gedeeltelijk tenietgaan kan aanleiding geven tot huurprijsvermindering in verhouding tot wat aan huurgenot werd verloren. Dit betekent meteen dat ook de exploitatiebeperkende coronamaatregelen de huurprijs kunnen affecteren.

Let wel, feitelijke omstandigheden eigen aan elke casus zullen moeten uitwijzen in hoeverre het huurgoed geacht moet worden tijdelijk “teniet” te zijn gegaan door de coronamaatregelen.