Terug naar overzicht
25 jun 2013

De advocatenakte. Meer rechtszekerheid voor de contractsluitende partijen

Wat is een ‘advocatenakte’? Het begrip ‘advocatenakte’ is niet letterlijk terug te vinden in de nieuwe wet. Er wordt wel gesproken over een ‘door de advocaten van de partijen medeondertekende onderhandse akte’. De advocatenakte is dus een soort van onderhandse akte (een geschrift ondertekend door partijen), en geen authentieke akte zoals de notariële akte. Bovendien is er pas sprake van een advocatenakte als de akte mee wordt ondertekend door de advocaten van alle partijen. Daarbij moet elke partij met een verschillend belang door een andere advocaat worden bijgestaan. Voor wie is de advocatenakte bindend? De advocatenakte heeft niet de waarde van een authentieke akte, zodat ze enkel bindend is voor de contractsluitende partijen, hun erfgenamen of rechtsverkrijgenden. De advocatenakte heeft geen bewijskracht ten aanzien van derden. Vormvoorwaarden De advocatenakte moet aan een aantal vormvoorwaarden voldoen:
1. De akte moet worden ondertekend door de advocaten van alle partijen.
2. In de akte moet worden vermeld dat de advocaten de partijen volledig hebben ingelicht over de rechtsgevolgen van de akte.
3. De akte moet worden opgemaakt in ten minste evenveel originele exemplaren als er partijen met een verschillend belang en ondertekenende advocaten zijn (behalve voor een akte die elektronisch ondertekend wordt).
4. Op elk exemplaar wordt vermeld in hoeveel originele exemplaren de akte is opgemaakt. Men kan zich de vraag stellen wat het betekent voor de waarde van de akte wanneer ze aan een van deze vormvoorwaarden niet voldoet. Moet de akte dan meteen worden beschouwd als een gewone onderhandse akte en verliest ze daardoor haar waarde als ‘volledig bewijs’? De sanctie is alleszins niet duidelijk. Enkel wat de laatste vormvoorwaarde betreft, bepaalt de wet dat de partij die haar verbintenissen zoals vermeld in de akte heeft uitgevoerd, het niet vermelden van het aantal originele exemplaren niet kan tegenwerpen. Wat is de waarde van de advocatenakte? Het was de bedoeling van de wetgever om de contractsluitende partijen meer rechtszekerheid te bieden en om geschillen over bijvoorbeeld de handtekening, datum en inhoud van de overeenkomst te vermijden. De advocatenakte levert dan ook volgens de wet ‘een volledig bewijs’ op van het geschrift en van de handtekening van de partijen die bij de akte betrokken zijn. Die medeondertekening door de advocaten impliceert echter niet dat de advocaat vaststellingen doet met een grotere bewijskracht. Het betekent wel dat de partijen erkennen dat ze zich wel degelijk hebben verbonden, dat hun handtekeningen authentiek zijn en dat de partijen instemmen met de inhoud van hun overeenkomst. Omkering van de bewijslast Dit leidt tot een omkering van de bewijslast. Het is niet aan de partij die zich wil beroepen op een akte waarvan de echtheid door de tegenpartij in twijfel wordt getrokken, om het bewijs van die echtheid te leveren (bijvoorbeeld door middel van een schriftonderzoek). Integendeel, het is net aan de partij die de echtheid van de akte betwist om een burgerlijke valsheidsprocedure (zie artikelen 895 tot 914 van het Gerechtelijk Wetboek) in te stellen. De valsheidsprocedure kan aangewezen zijn in een situatie waarbij de akte wordt veranderd of vervalst na het optreden van de advocaat. Ook bij de ondertekening zelf van de akte is het niet uitgesloten dat iemand zich een valse identiteit aanmeet of dat een handtekening of een schriftelijke vermelding wordt nagemaakt. In de parlementaire voorbereidingen van deze wet valt te lezen dat men hoopt dat die ‘omkering van de bewijslast’ een gunstige weerslag zal hebben op het streven om conflicten uit de gerechtelijke sfeer te halen. Verhoogde verantwoordelijkheid van de advocaat De wet van 29 april 2013 bepaalt uitdrukkelijk dat de advocaat door de akte mee te ondertekenen verklaart dat hij de partij(en) die hij bijstaat volledig heeft ingelicht over de rechtsgevolgen van de akte. Dit moet overigens in de akte worden gestipuleerd. De advocaat is dus aansprakelijk voor de juistheid van de informatie die hij aan de partij(en) verschaft. De wet van 29 april 2013 over de door de advocaten van de partijen medeondertekende onderhandse akte werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 3 juni 2013 en trad in werking op 13 juni 2013.