Terug naar overzicht
27 jan 2015

De eindeloopbaanleeftijden: een stand van zaken

De wettelijke pensioenleeftijd en het vervroegd pensioen

Om als werknemer op rustpensioen te kunnen gaan, moet je aan een aantal voorwaarden voldoen. De eerste en allicht belangrijkste voorwaarde is dat je de pensioengerechtigde leeftijd bereikt hebt. Vandaag is die leeftijd vastgesteld op 65 jaar, zowel voor mannen als voor vrouwen. Als het van de regering afhangt, wordt de pensioengerechtigde leeftijd in 2025 op 66 jaar gebracht en in 2030 op 67 jaar.

Van oudsher bestaat de mogelijkheid om vroeger met wettelijk pensioen te gaan, in het kader van het zogenaamde ‘vervroegd’ pensioen. Een essentiële voorwaarde daarvoor is dat je als werknemer een minimaal aantal loopbaanjaren moet hebben gepresteerd. Tot 31 december 2012 kon je al vanaf de leeftijd van 60 jaar met vervroegd pensioen. Daarvoor volstond het dat je een loopbaan van 35 jaar achter de rug had. In het kader van de vorige pensioenhervorming onder de regering-Di Rupo werd beslist om zowel de vervroegde pensioenleeftijd als de loopbaanvoorwaarde geleidelijk aan op te trekken tot de volgende niveaus:
Leeftijd Loopbaan 2014 61 jaar 39 jaar 60 jaar 40 jaar Uitzondering lange loopbaan 2015 61,5 jaar 40 jaar 60 jaar 41 jaar Uitzondering lange loopbaan 2016 62 jaar 40 jaar 60 jaar 42 jaar Uitzondering lange loopbaan 61 jaar 41 jaar Uitzondering lange loopbaan De huidige regering wil beide voorwaarden verder optrekken, als volgt:

Leeftijd Loopbaan 2017 62,5 jaar 41 jaar ? ? Uitzondering lange loopbaan 2018 63 jaar 41 jaar ? ? Uitzondering lange loopbaan 2019 63 jaar 42 jaar 60 jaar 44 jaar Uitzondering lange loopbaan 61 jaar 43 jaar Uitzondering lange loopbaan
Wel kondigt de regering aan om specifieke overgangsmaatregelen te bepalen voor mensen die net niet aan de voorwaarden voldeden om met vervroegd pensioen te gaan en daardoor plots 1, 2 of 3 jaar langer zouden moeten werken.
Toegelaten arbeid

Volgens de algemene regel moet iemand die het wettelijk pensioen aanvraagt elke beroepsactiviteit stopzetten. Een uitzondering daarop is het stelsel van ‘toegelaten arbeid voor gepensioneerden’. Deze regel laat toe dat je als gepensioneerde toch arbeid verricht en daar een inkomen uit haalt, hoewel je een pensioen ontvangt. In welke mate je beroepsinkomsten mag cumuleren met je pensioen is afhankelijk van je leeftijd, loopbaan en gezinstoestand. Vandaag zijn de volgende grensbedragen van toepassing:

Leeftijd Kinderlast Bijverdienen als werknemer* Bijverdienen als zelfstandige Vóór 65 jaar Zonder kinderlast € 7.793 € 6.234 Met kinderlast € 11.689 € 9.351 Vanaf 65 jaar Zonder kinderlast € 22.509 € 14.515 Met kinderlast € 27.379 € 18.144 Loopbaan van 42 jaar Onbeperkt Onbeperkt
*Bruto-inkomsten per jaar

Verdien je als gepensioneerde meer bij dan wat is toegelaten, dan wordt je pensioen verminderd met het percentage dat je te veel hebt verdiend. Verdien je meer dan 25% te veel bij, dan wordt je volledige pensioen voor dat jaar geschorst.
Ook op dit punt is de regering van plan een en ander te wijzigen. Daarbij lijkt de tendens tot onbeperkt bijverdienen vanaf de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar te worden verdergezet.

Leeftijd Kinderlast Bijverdienen als werknemer* Bijverdienen als zelfstandige Vóór 65 jaar Zonder kinderlast € 7.793 € 18.007 Met kinderlast € 11.689 € 21.903 Loopbaan van 45 jaar Onbeperkt Onbeperkt Vanaf 65 jaar Onbeperkt Onbeperkt
*Bruto-inkomsten per jaar

Bovendien zou ook de sanctie van de integrale schorsing worden geschrapt, zodat de vermindering van het pensioen altijd in verhouding komt te staan tot de overschrijding van de maximaal toegestane beroepsinkomsten.

Wat met het brugpensioen?

Het brugpensioen – door de regering-Di Rupo omgedoopt tot ‘stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag’ (SWT) – is eigenlijk een vorm van werkloosheid waarbij de ontslagen werknemer een werkloosheidsuitkering ontvangt en daarbovenop een aanvullende vergoeding ten laste van zijn werkgever.

In het verleden is de brugpensioenleeftijd stelselmatig verhoogd. Vandaag bedraagt die 60 jaar, afgezien van de regeling voor zware beroepen. Net als bij het vervroegd pensioen is brugpensioen slechts mogelijk wanneer je als werknemer een welbepaald beroepsverleden hebt. De tendens om de voorwaarde van het beroepsverleden op te krikken blijft aangehouden. Voor mannen kan SWT in principe pas vanaf 40 loopbaanjaren. Momenteel kunnen vrouwen SWT aanvragen vanaf 31 loopbaanjaren, maar voor hen wordt deze vereiste stelselmatig opgetrokken om uiteindelijk vanaf 2024 op hetzelfde niveau te komen als voor mannen.

De regering-Michel geeft aan, zonder echter concreet te zijn, deze verstrenging verder te zetten zodat het gebruik van dit stelsel sterk zal verminderen.