Terug naar overzicht
31 mei 2016

Geen vermoeden van voltijdse prestaties ten voordele van de deeltijdse werknemer

Werkgevers die beroep doen op deeltijdse werknemers, moeten de deeltijdse werkroosters bekendmaken (bij vaste uurroosters: door een afschrift van de arbeidsovereenkomst te bewaren op de plaats waar het arbeidsreglement kan worden geraadpleegd). Doet de werkgever dat niet, dan geldt ten aanzien van de RSZ een vermoeden van voltijdse prestaties.

Eerder dit jaar moest het Hof van Cassatie beoordelen of ook een werknemer zich op dit vermoeden kan beroepen en bijvoorbeeld loon voor voltijdse prestaties kan vorderen. Zulks kan niet volgens het Hof. Deze bekendmakingsverplichtingen zijn er immers enkel op gericht inspectiediensten toe te laten deeltijdse arbeid te controleren en onder meer zwartwerk tegen te gaan.

Hoewel het arrest van het Hof van Cassatie nog betrekking had op de vorige reglementering, geldt deze interpretatie evenzeer voor de huidige wetgeving. Wel blijft de mogelijke sanctie bestaan dat de RSZ de socialezekerheidsbijdragen zal berekenen en innen op basis van voltijdse prestaties, tenzij het vermoeden van voltijdse prestaties kan worden weerlegd (arrest Hof van Cassatie 29 februari 2016).