Terug naar overzicht
27 sep 2011

Help, ik reed “mijn” bedrijfswagen in de prak

Tal van hypotheses zijn voorhanden, maar starten we met hoe het in beginsel werkt bij elk verkeersongeval. Vooreerst is er het onderscheid tussen de strafrechtelijke en de burgerrechtelijke aansprakelijkheid. Wie door foutief toedoen een ongeval veroorzaakt is strafrechtelijk aansprakelijk en kan uit hoofde daarvan beboet worden voor inbreuken op de verkeerswetgeving. Deze boete moet worden opgelegd aan de overtreder zelf en blijft in alle omstandigheden ten laste van de overtreder. Daarnaast is er de burgerlijke aansprakelijkheid. Wie door foutief toedoen schade veroorzaakt moet deze vergoeden. Elk voertuig is evenwel verplicht verzekerd voor schade die door de chauffeur ervan foutief wordt veroorzaakt met de zogeheten WAM-polis (waarbij WAM staat voor “wet aansprakelijkheid motorvoertuigen”). Bij gebreke aan verzekering, zal het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds deze schade vergoeden maar dan wel verhalen op de schadeveroorzaker. Wat de schade aan het eigen voertuig betreft, deze blijft ten laste van de overtreder of, als die een omniumpolis heeft afgesloten, wordt ten laste genomen door de omniumverzekeraar. Wie foutloos slachtoffer is van een verkeersongeval, treft uiteraard geen enkele (strafrechtelijke of burgerrechtelijke) aansprakelijkheid. De schade aan diens voertuig kan verhaald worden op de schadeveroorzaker of diens WAM-verzekeraar (of, desgevallend, op de eigen omnium-verzekeraar die dan op haar beurt kan verhalen op de schadeveroorzaker of diens WAM-verzekeraar). Een verkeersongeval tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst met de eigen wagen of met de wagen van de werkgever In deze hypothese blijft, in geval van fout, de strafrechtelijke aansprakelijkheid rusten bij de werknemer-schadeveroorzaker. Weliswaar is de werkgever burgerlijk aansprakelijk voor de betaling van de boete en kan hij ook uit hoofde daarvan mee vervolgd worden voor de politierechtbank samen met de werknemer-overtreder, dit neemt niet weg dat deze boete ten laste valt en blijft van de overtreder. Laat de werknemer na de boete te betalen, dan kan de boete ook verhaald worden op de werkgever, die dan wel op zijn beurt verhaal heeft op zijn werknemer-overtreder. Steeds in geval van fout, treft de overtreder evenwel geen burgerlijke aansprakelijkheid wanneer het ongeval plaats vindt tijdens de arbeidsuren. De werkgever is immers burgerlijk aansprakelijk voor de fouten van zijn werknemer. In beginsel zal derhalve de werkgever de schade aan het andere betrokken voertuig moeten betalen, maar uiteraard kan de werkgever beroep doen op de WAM-verzekering van het schadeveroorzakende voertuig en dit ongeacht of dit voertuig het voertuig van de werkgever is of het eigen voertuig van de werknemer. Wat tenslotte, nog steeds ingeval van fout, de schade aan het door de werknemer bestuurde voertuig betreft, is een onderscheid te maken. Behoort het voertuig de werkgever toe, dan blijft die schade ten laste van de werkgever (die in vele gevallen wel het voertuig omnium verzekerd zal hebben). Behoort het voertuig evenwel de werknemer toe, dan zal die schade ten laste van de werknemer blijven. Wel gebeurt het vaak dat werkgevers die hun werknemers de baan opsturen met het eigen voertuig van die werknemers, de kosten van een omniumpolis ten laste nemen of zelf een (collectieve) omniumpolis afsluiten voor dergelijke voertuigen. Let wel, in geval de fout waarmee de werknemer het verkeersongeval veroorzaakte, kan gekwalificeerd worden als bedrog, zware fout of veelvoudig voorkomende lichte fout, blijft de werkgever weliswaar aansprakelijk jegens de schadelijdende derde (al zal opnieuw de WAM-polis bijspringen), maar kan de werkgever voor de schade aan zijn eigen voertuig, verhaal uitoefenen op de werknemer. De beoordeling van de noties bedrog, zware fout of veelvoudig voorkomende lichte fout gebeurt desgevallend wel op arbeidsrechtelijk niveau en niet op verkeersrechtelijk niveau. Zo zal bv. het negeren van een rood licht verkeersrechtelijk een zware fout uitmaken, maar zal dit niet per definitie op arbeidsrechtelijk niveau alsdusdanig bevonden worden. Bij gebrek aan fout van de werknemer aan het ongeval, stellen zich weinig problemen. Er is uiteraard strafrechtelijke noch burgerrechtelijke aansprakelijkheid voor de werknemer of zijn werkgever. Voorts kan de schade aan het voertuig verhaald worden op de aansprakelijke derde (of diens WAM-verzekeraar) door hetzij de werknemer wanneer het om zijn persoonlijk voertuig gaat, hetzij de werkgever wanneer het om diens voertuig gaat. Een verkeersongeval buiten de uitvoering van de arbeidsovereenkomst met een wagen van de werkgever In geval van fout van de werknemer, blijft uiteraard ook hier de strafrechtelijke verantwoordelijkheid ten laste van de werknemer. De werkgever zal evenwel niet als burgerlijk aansprakelijke partij gelden voor de betaling van de boete gezien er tijdens de fout geen gezagsuitoefening was door de werkgever. Om dezelfde reden blijft de werkgever ook burgerlijk buiten schot in geval van fout van de werknemer en is het de werknemer die persoonlijk aansprakelijk zal zijn voor de schade veroorzaakt aan het andere voertuig. Al kan de werknemer natuurlijk beroep doen op de WAM-verzekering van het betrokken voertuig, ook al is dit eigendom van zijn werkgever en werd het buiten de werkuren gebezigd. Wel zal de werknemer in geval van fout opdraaien voor de schade aan het voertuig van de werkgever. De beschadiging situeert zich immers buiten de werkuren zodat de werkgever niet gehouden is deze ten laste te nemen. Bij gebreke aan fout van de werknemer, kan de werkgever, als eigenaar van het betrokken voertuig en alsdusdanig als schadelijder, de schade verhalen op de aansprakelijke derde of diens WAM-verzekeraar. Bijzonder geval : wat bij regres van de WAM-verzekeraar op de werknemer die het ongeval met het voertuig van zijn werkgever tijdens de werkuren veroorzaakte in staat van dronkenschap Wanneer een ongeval wordt veroorzaakt in staat van dronkenschap, zal de WAM-verzekeraar van het schadeveroorzakende voertuig de schade aan het andere betrokken voertuig vergoeden, maar kan de WAM-verzekeraar wel haar uitgaven verhalen. Dit verhaal zal desgevallend kunnen worden uitgeoefend op de werknemer en valt niet ten laste van de werkgever. De grondslag van dit verhaal is immers van contractuele aard en met name de overeenkomst die de werknemer impliciet aanging met de WAM-verzekeraar van het voertuig waarmee hij reed. Door met dit voertuig te rijden, wordt de werknemer immers geacht toe te treden tot de WAM-verzekeringsovereenkomst die werd afgesloten door de werkgever met de WAM-verzekeraar voor het betrokken voertuig. Het is nu net die polis die in de mogelijkheid tot verhaal van de verzekeraar voorziet. Dit impliceert dat de verzekeraar op contractuele grond vordert en dat de werknemer een eigen contractuele verantwoordelijkheid draagt. Besluit Een verkeersongeval met een bedrijfswagen van de werkgever tijdens de werkuren is eerder zelden problematisch voor de onfortuinlijke werknemer die het ongeval veroorzaakte. Vooreerst is er immers de WAM-polis die de schade aan derden zal dekken en voorts kan de werkgever geen verhaal uitoefenen voor de schade aan het eigen voertuig (als dit voertuig al niet omnium-verzekerd is). Bijzondere omstandigheden zoals bv. het gebruik van het eigen voertuig tijdens de werkuren, zware fouten of dronken rijden, kunnen wel financiële gevolgen hebben voor de werknemer. Hoedanook kan de eigen strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de werknemer nooit buiten schot blijven.