Terug naar overzicht
30 sep 2014

Het eigen belang van een rechtspersoon volgens het Hof van Cassatie

Het Hof van Cassatie oordeelde in een arrest van 4 april 2014 over het belang van een rechtspersoon (een vereniging) om de gerechtelijke ontbinding van andere vereniging voor de rechtbank te vorderen.

Krachtens art. 18 van de VZW-Wet kan de rechtbank onder andere op verzoek van een belanghebbende derde de ontbinding uitspreken als aan bepaalde voorwaarden voldaan is. Zo bijvoorbeeld indien de vereniging gedurende drie opeenvolgende boekjaren geen jaarrekening heeft neergelegd (“slapende vereniging”). Volgens het Hof van Cassatie is er enkel sprake van dergelijk “eigen belang” als er geraakt wordt aan het bestaan, de materiële goederen en morele rechten, in het bijzonder de eer en goede naam, van de derde. Het feit dat een rechtspersoon een soortgelijk doel als dat van een andere vereniging nastreeft of de omstandigheid dat de derde het netto-actief van die andere vereniging kan ontvangen in geval van vereffening, doet volgens het Hof van Cassatie geen eigen belang ontstaan om de ontbinding van die vereniging te vorderen.

Dit arrest is opmerkelijk vermits vooraanstaande auteurs vaak voorhouden (weliswaar inzake vennootschappen) dat een concurrent van een vennootschap in bepaalde omstandigheden over het vereiste belang beschikt om de gerechtelijke ontbinding te vorderen van een “slapende” vennootschap in kwestie.