Terug naar overzicht
26 jan 2016

Internetgebruik van werknemers monitoren: niet per se een schending van het recht op privacy

Recent diende het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zich uit te spreken over het monitoren van het internetgebruik van een werknemer en het recht op privacy (EHRM 12 januari 2016).

De werknemer in deze zaak had tijdens de werkuren privéberichten via internet verstuurd. Nochtans had de werkgever elk privégebruik van het internet verboden. Bij confrontatie met de feiten ontkende de werknemer aanvankelijk, maar de werkgever kon een transcriptie van de berichten voorleggen. De werknemer werd ontslagen voor overtreding van de interne regels. De werknemer vond dat zijn recht op privacy was geschonden en beriep zich op een schending van artikel 8 EVRM.

De vraag rees of een werkgever de communicatie van werknemers mag monitoren. Of de werkgever de inhoud van de privéberichten mag gebruiken om tot ontslag over te gaan, werd hier niet onderzocht.

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens besloot dat het niet onredelijk is dat een werkgever wil nagaan of werknemers tijdens de werkuren hun taken uitvoeren. De monitoring was bovendien beperkt. Volgens het Hof werd de balans tussen het recht op privacy van de werknemer en de belangen van de werkgever in dit concreet geval gerespecteerd. Er was dus geen schending van artikel 8 EVRM.

Dit arrest is uiteraard geen vrijgeleide om het internetgebruik van uw werknemers onbeperkt te controleren. De bestaande regels over controle op het gebruik van elektronische onlinecommunicatiemiddelen (CAO nr. 81) moeten nog steeds gerespecteerd worden. Een concrete afweging in elk dossier blijft dan ook noodzakelijk. Contacteer ons gerust als u hierover vragen heeft.