Terug naar overzicht
27 okt 2015

Langere opzeggingstermijnen voor bouwsector vanaf 2018

Met de Wet op het eenheidsstatuut werden de bestaande verschillen tussen arbeiders en bedienden op het vlak van de te respecteren opzeggingstermijnen weggewerkt. Vanaf 1 januari 2014 zouden voor de bedienden een kortere termijn en voor de arbeiders een langere termijn gelden. Omdat de wetgever vreesde dat de langere termijnen voor bepaalde sectoren een negatieve impact op de werkgelegenheid zou hebben, voorzag zij voor deze sectoren tijdelijk in afwijkende, kortere, opzeggingstermijnen. Deze uitzondering geldt in principe nog tot 31 december 2017, behalve voor de bouwsector waar deze uitzondering onbeperkt in de tijd geldt.

Het Grondwettelijk Hof heeft nu met haar arrest van 17 september 2015 een einde gemaakt aan deze in de tijd onbeperkte uitzondering voor de bouwsector. Het Hof stoorde zich aan het feit dat de uitzondering van onbepaalde duur is en dit een nieuw onderscheid tussen werknemers invoert, zonder gegronde reden. De vernietiging impliceert in principe dat voortaan ook voor de bouwsector de gewone opzeggingstermijnen gelden. Maar om te vermijden dat werkgevers plots met veel langere opzeggingstermijnen worden geconfronteerd, tolereert het Hof dat de verkorte termijnen nog tot 31 december 2017 van toepassing blijven.

Werkgevers in de bouwsector mogen er dan ook van uitgaan dat zij zich nog tot 31 december 2017 op de kortere opzeggingstermijnen kunnen beroepen.