Terug naar overzicht
29 jan 2013

Onbetaalde verkeersboetes: vluchten kan niet meer…

Vroeger ging de inning van een verkeersboete anders in zijn werk. Wie een boete in de bus kreeg en die niet betaalde, ontving een aanmaning. Als de betaling uitbleef, werd het dossier doorgestuurd naar het bevoegde parket en moest de overtreder ten slotte voor de politierechtbank verschijnen.

De laatste jaren steeg het aantal onbetaalde verkeersboetes echter enorm, wat een aanzienlijke werklast met zich meebracht voor de parketten. Deze gaven prioriteit aan de zwaardere overtredingen, waardoor heel wat kleinere verkeersovertredingen geseponeerd werden. In totaal werd zelfs één op de zes verkeersboetes niet betaald, wat de overheid jaarlijks 37 miljoen euro kostte.

Er was dan ook nood aan een nieuwe procedure, die een fiscale verrekening van verkeersboetes mogelijk maakte. Verkeersovertreders die de minnelijke schikking die de politie voorstelt niet tijdig betalen, ontvangen voortaan een betalingsbevel van de procureur des Konings. Dit bevat alle details over de overtreding, de te betalen som, de betalingstermijn en de bezwaarprocedure. Krijgt u zo’n bevel in de bus, dan hebt u nog 45 dagen de tijd om uw verkeersboete te betalen.

Gaat u niet akkoord met het betalingsbevel, dan kunt u binnen de 30 dagen na verzending bezwaar aantekenen bij de bevoegde procureur des Konings. Die kan het bezwaar aanvaarden of weigeren. Enkel bij een weigering komt de betwisting voor bij de bevoegde politierechtbank. Als u geen bezwaar hebt aangetekend binnen de 30 dagen en de verkeersboete niet vrijwillig hebt betaald, wordt ze geïnd via de belastingen. De procureur des Konings bezorgt dan een afschrift van het betalingsbevel aan de FOD Financiën, die de boete ‘met alle rechtsmiddelen’ kan invorderen. Niet-betaalde verkeersboetes worden in mindering gebracht van fiscale tegoeden of opgeteld bij fiscale schulden. Belangrijk om te weten is wel dat de procedure met minnelijke schikking (en dus de mogelijkheid tot inning via de belastingen) enkel van toepassing is op feiten waarbij geen schade aan derden is veroorzaakt.

Een onmiddellijke inning is ook uitgesloten wanneer de overtreder nog geen 18 jaar oud is of wanneer voor een van de feiten bij de begane verkeersovertreding geen minnelijke schikking mogelijk is, bijvoorbeeld door het rood licht rijden of rijden zonder rijbewijs. In dat geval wordt men onmiddellijk gedagvaard voor de politierechtbank.