Sinds 1 januari 2016 is cao nr. 109 ook van toepassing voor de werkgevers en werknemers die ressorteren onder het paritair comité 124 (bouw), 126 (stoffering en houtbewerking), 301.01 (havenarbeid) en 324 (diamantnijverheid).

Deze cao geeft een werknemer die zijn ontslag krijgt, het recht om aan zijn werkgever te vragen waarom hij werd ontslagen. Indien de werkgever niet (of niet tijdig) antwoordt of indien blijkt dat de werknemer om kennelijk onredelijke motieven is ontslagen, dan maakt de werknemer aanspraak op een schadevergoeding.

Voor de hierboven vermelde sectoren was er naar aanleiding van de inwerkingtreding van de wet op het eenheidsstatuut in een overgangsregeling voorzien. Omdat deze sectoren aanzienlijk kortere opzeggingstermijnen kenden, bepaalde de wetgever immers niet alleen dat de nieuwe (en voor de arbeiders dus langere) opzeggingstermijnen voorlopig nog niet van toepassing zouden zijn, maar ook dat de nieuwe regels inzake de ontslagmotivering voor hen nog niet zou gelden.

Deze periode liep, wat de ontslagmotivering betreft, af op 31 december 2015. Dit geldt evenwel niet voor de werknemers die zonder vaste werkplek tewerkgesteld zijn op tijdelijke en mobiele werkplaatsen. Voor hen is de ontslagmotivering maar vanaf 1 januari 2018 van toepassing.