Terug naar overzicht
21 dec 2010

Sociaal strafrecht: nieuw wetboek is een feit

Het sociaal handhavingsrecht ziet toe op de naleving van het sociaal recht en beteugelt overtredingen. Het bepaalt ook de spelregels voor sociale inspectiediensten. Tot voor kort lagen de verschillende bepalingen van het sociaal handhavingsrecht verspreid over tientallen wetteksten.
Het nieuwe Sociaal Strafwetboek probeert dit te verhelpen: het heeft in eerste instantie een coördinerend oogmerk. De wetgever kiest daarbij voor een aanpak die nauwer bij de huidige inzichten aansluit. De belangrijkste aanpassing is allicht het nieuwe systeem van gradaties. Ieder misdrijf wordt ondergebracht in een van de vier vakjes, naargelang het sanctieniveau. We sommen ze hieronder kort op:
  • Niveau 1: lichte inbreuken die strafbaar zijn met een administratieve boete van 10 tot 100 euro. Voorbeeld: het overtreden van de bepalingen van algemeen verbindend verklaarde cao’s (buiten enkele bijzondere cao’s voor wie het Ssw. een eigen sanctieniveau voorschrijft).
  • Niveau 2: matig zware inbreuken, strafbaar met een strafrechtelijke boete van 50 tot 500 euro of een administratieve boete van 25 tot 250 euro. Voorbeeld: arbeid laten verrichten buiten de in het arbeidsreglement vermelde werkroosters.
  • Niveau 3: zware inbreuken die worden bestraft met een strafrechtelijke boete van 100 tot 1000 euro of een administratieve boete van 50 tot 500 euro. Voorbeeld: niet-naleving van de regelgeving omtrent werknemers-welzijn en arbeidsveiligheid.
  • Niveau 4: zware sociaalrechtelijke misdrijven die bestraft worden met een gevangenisstraf van 6 maanden tot 3 jaar en/of een strafrechtelijke boete van 600 tot 6 000 euro, of een administratieve boete van 300 tot 3 000 euro. Voorbeeld: het arbeid laten verrichten door een buitenlandse onderdaan die niet is toegelaten of gemachtigd tot een verblijf van meer dan drie maanden of tot vestiging in België
Opmerking: het bedrag van de boeten moet worden verhoogd met de opdeciemen, wat concreet betekent dat de boeten moeten worden vermenigvuldigd met 5,5.
Uit dit getrapt systeem blijkt de ‘depenalisering’ van de minder erg geachte overtredingen: zij worden voortaan enkel of hoofdzakelijk afgehandeld via de administratieve weg.
Voorts actualiseert het Sociaal Strafwetboek enkele bevoegdheden van sociale inspecteurs en legt de klemtoon op hun advies- en raadgevende opdracht. Werkgevers die zich geconfronteerd zien met bepaalde dwangmaatregelen (bv. inbeslagname en verzegeling van informatiedragers zoals laptops) kunnen daartegen een rechtsmiddel aanwenden.
Het Sociaal Strafwetboek treedt in werking op 1 juli 2011, tenzij de Koning in de tussentijd een vroegere datum bepaalt. Enkel de bepalingen over de niet-naleving van algemeen verbindend verklaarde cao’s kennen een overgangsregime.