26 jan 2016
Uit de nieuwjaarsbrief van de federale wetgever: de langverwachte vermindering van de lasten op arbeid
In onze nieuwsbrief van november 2015 gaven we al mee dat de regering met de taxshift onder meer een verlaging van de belasting op arbeid beoogde. Intussen zijn de aangekondigde wijzigingen ook effectief in wetgeving omgezet. Dit gebeurde via de recente wet van 26 december 2015 ‘houdende maatregelen inzake versterking van jobcreatie en koopkracht’. We overlopen in een notendop de belangrijkste sociaalrechtelijke veranderingen die de taxshift met zich meebrengt.
Vermindering van patronale bijdragen
De patronale bijdragen op het brutoloon worden gaandeweg verlaagd. Ze bedragen in principe 32,40%, d.w.z. een basisbijdrage van 24,92% verhoogd met een loonmatigingsbijdrage van 7,48%. Dit bijdragepercentage wordt nu stelselmatig verlaagd van 32,40% naar 25%, als volgt:
- met ingang van 1 januari 2016: basisbijdrage van 22,65% en loonmatigingsbijdrage van 7,35% = 30%;
- met ingang van 1 januari 2018: basisbijdrage van 19,88% en loonmatigingsbijdrage van 5,12% = 25%.
Deze toch substantiële reductie is mee bedoeld om België voldoende aantrekkelijk te maken voor buitenlandse investeerders. Ze raakt niet aan de bestaande uitzonderingen waarvoor al een afzonderlijk verlaagd tarief bestond, zoals de lagere bijdragen bij eerste aanwervingen.
Bijkomende vermindering patronale bijdragen voor eerste zes aanwervingen
Om kmo’s ertoe aan te zetten personeel in dienst te nemen verminderde de wetgever al de sociale bijdragen op de eerste vijf werknemers. De wet breidt deze vermindering nu uit naar de eerste zes aanwervingen.
Het is nog even wachten op de concrete uitvoering van deze bijkomende vermindering. Wel staat al vast dat deze uitbreiding enkel telt voor zover de zesde werknemer effectief na 1 januari 2016 werd aangeworven. Ze geldt dus niet voor werkgevers die al vóór die datum hun zesde werknemer in dienst hebben genomen.
Vermindering van de bijdragepercentages voor zelfstandigen
Ook de sociale bijdragen voor zelfstandigen gaan – weliswaar iets meer bescheiden – naar beneden. Tot voor kort bedroegen ze 22% van het bruto-beroepsinkomen. Alleen voor beginnende zelfstandigen golden lagere tarieven (20,5% - 21% - 21,5%).
Vanaf 1 januari 2016 wordt het algemene percentage voor elke zelfstandige verminderd van 22% naar 20,50%. Deze verlaging gebeurt stapsgewijs als volgt:
- met ingang van 1 januari 2016: verlaging van 22% naar 21,50%;
- met ingang van 1 januari 2017: verlaging van 21,50% naar 21%;
- met ingang van 1 januari 2018: verlaging van 21% naar 20,50%.
Voor beginnende zelfstandigen geldt niet langer een afwijkende lagere bijdrage.
Besluit
Versterking van jobcreatie en koopkracht is het uiteindelijke doel van de taxshift-operatie. Of de ambitieuze vermindering van de patronale lasten op arbeid inderdaad aanleiding zal geven tot het verstevigen van de internationale concurrentiepositie van de Belgische ondernemingen, het aantrekkelijker maken van België als investeringsland en het verhogen van de koopkracht van de werknemers, dat zal de toekomst moeten uitwijzen. In elk geval lijkt de loonlastenverlaging – een thema dat al jarenlang verschillende politieke en andere fora beroert – nu ook effectief ingezet.
Vermindering van patronale bijdragen
De patronale bijdragen op het brutoloon worden gaandeweg verlaagd. Ze bedragen in principe 32,40%, d.w.z. een basisbijdrage van 24,92% verhoogd met een loonmatigingsbijdrage van 7,48%. Dit bijdragepercentage wordt nu stelselmatig verlaagd van 32,40% naar 25%, als volgt:
- met ingang van 1 januari 2016: basisbijdrage van 22,65% en loonmatigingsbijdrage van 7,35% = 30%;
- met ingang van 1 januari 2018: basisbijdrage van 19,88% en loonmatigingsbijdrage van 5,12% = 25%.
Deze toch substantiële reductie is mee bedoeld om België voldoende aantrekkelijk te maken voor buitenlandse investeerders. Ze raakt niet aan de bestaande uitzonderingen waarvoor al een afzonderlijk verlaagd tarief bestond, zoals de lagere bijdragen bij eerste aanwervingen.
Bijkomende vermindering patronale bijdragen voor eerste zes aanwervingen
Om kmo’s ertoe aan te zetten personeel in dienst te nemen verminderde de wetgever al de sociale bijdragen op de eerste vijf werknemers. De wet breidt deze vermindering nu uit naar de eerste zes aanwervingen.
Het is nog even wachten op de concrete uitvoering van deze bijkomende vermindering. Wel staat al vast dat deze uitbreiding enkel telt voor zover de zesde werknemer effectief na 1 januari 2016 werd aangeworven. Ze geldt dus niet voor werkgevers die al vóór die datum hun zesde werknemer in dienst hebben genomen.
Vermindering van de bijdragepercentages voor zelfstandigen
Ook de sociale bijdragen voor zelfstandigen gaan – weliswaar iets meer bescheiden – naar beneden. Tot voor kort bedroegen ze 22% van het bruto-beroepsinkomen. Alleen voor beginnende zelfstandigen golden lagere tarieven (20,5% - 21% - 21,5%).
Vanaf 1 januari 2016 wordt het algemene percentage voor elke zelfstandige verminderd van 22% naar 20,50%. Deze verlaging gebeurt stapsgewijs als volgt:
- met ingang van 1 januari 2016: verlaging van 22% naar 21,50%;
- met ingang van 1 januari 2017: verlaging van 21,50% naar 21%;
- met ingang van 1 januari 2018: verlaging van 21% naar 20,50%.
Voor beginnende zelfstandigen geldt niet langer een afwijkende lagere bijdrage.
Besluit
Versterking van jobcreatie en koopkracht is het uiteindelijke doel van de taxshift-operatie. Of de ambitieuze vermindering van de patronale lasten op arbeid inderdaad aanleiding zal geven tot het verstevigen van de internationale concurrentiepositie van de Belgische ondernemingen, het aantrekkelijker maken van België als investeringsland en het verhogen van de koopkracht van de werknemers, dat zal de toekomst moeten uitwijzen. In elk geval lijkt de loonlastenverlaging – een thema dat al jarenlang verschillende politieke en andere fora beroert – nu ook effectief ingezet.