Terug naar overzicht
25 jun 2019

Verplichting tot registratie van de arbeidstijd?

Het Europees Hof van Justitie sprak zich op 14 mei 2019 uit in een zaak tussen een Spaanse vakbond en Deutsche Bank. De Spaanse vakbond stond immers op de invoering van een registratiesysteem van de dagelijks gewerkte uren. Deutsche Bank verweerde zich door te stellen dat het Spaanse recht dergelijke verplichting niet oplegt. Voor de Spaanse rechter was dit de aanleiding om een prejudiciƫle vraag te stellen naar overeenstemming met de arbeidstijdenrichtlijn.

De uitspraak is verrassend. De lidstaten moeten elke overschrijding van de maximale wekelijkse arbeidstijd voorkomen, en dit om de rechten uit de Arbeidstijdenrichtlijn en het Sociaal Handvest te waarborgen. Om dit te kunnen vaststellen is een objectieve en betrouwbare vaststelling nodig van de gewerkte uren per dag en per week. Een nationale regeling die de werkgevers niet verplicht om gebruik te maken van een objectief en betrouwbaar meetinstrument, is ongeschikt om de rechten van de werknemers te verzekeren. Met andere woorden: de dagelijkse arbeidstijd van de werknemers moet geregistreerd worden.

Hoewel de Arbeidstijdenrichtlijn geen directe werking heeft in de relatie tussen werkgever en werknemer, en een werknemer bijgevolg geen direct beroep kan doen op de richtlijn, mogen we de impact van het arrest niet onderschatten. De vraag is dan ook of de Belgische wetgever zal ingrijpen in de bestaande wetgeving aangezien ook in Belgiƫ een verplichte registratie van de arbeidstijd eerder uitzondering dan regel is.