De tweede pensioenpijler vormt een aanvulling op het wettelijk pensioen (eerste pijler). Ongeveer 2/3 van de werknemers in België geniet via de werkgever van een dergelijk aanvullend pensioen, hetzij via een groepsverzekering, hetzij via een pensioenfonds. Naar aanleiding van de wet betreffende het eenheidsstatuut - en de hierin vervatte harmonisatie van de statuten van arbeiders en bedienden - streeft de wetgever ook op het vlak van de aanvullende pensioenen naar het wegwerken van de verschillen tussen arbeiders en bedienden. Recent werd een wetsontwerp in dit kader goedgekeurd. De krachtlijnen van het wetsontwerp - waarover de Nationale Arbeidsraad ook reeds advies uitbracht - zijn de volgende:

- voor de tijdvakken van arbeid na 1 januari 2025 mag in bestaande pensioenregelingen geen onderscheid meer gemaakt worden tussen arbeiders en bedienden; voor de tijdvakken van arbeid voor deze datum in het onderscheid voor bestaande pensioenregelingen niet discriminatoir; - - standstill periode vanaf de inwerkingtreding van de wet:
o nieuwe pensioentoezegging: verbod onderscheid arbeiders en bedienden;
o bestaande pensioentoezegging: onderscheid mag niet vergroot worden;
- volgens de NAR wordt van de sectoren het eerste initiatief verwacht daartoe zal de NAR tweejaarlijks het harmonisatietraject op sectoraal niveau evalueren. Finaal geldt de deadline van 1 januari 2025 evenwel zowel voor de sectoren als voor de ondernemingen;
- wijzigingen aan aanvullende pensioentoezeggingen vallen onder de loonnorm tenzij het gaat om sociale pensioenstelsels.