Terug naar overzicht
04 feb 2012

Zijn de RSZ en het Sluitingsfonds in rang van artikel 19, 4°ter Hyp. W. voortaan gelijk voor de (Hypotheek)wet?

Het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers (hierna: «Sluitingsfonds») heeft als voornaamste taak de werknemers te beschermen tegen de nadelige gevolgen van de sluiting van een onderneming. Sinds de wet van 26 juni 1966 (betreff ende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen) en vooral van 30 juni 1967 (tot verruiming van de opdracht van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers) betaalt het Sluitingsfonds aan de getroff en werknemers onder meer, in plaats van de werkgever, achterstallige lonen en verschuldigde opzeggingsvergoedingen. Het Sluitingsfonds houdt hierop de bedrijfsvoorheffi ng en de werknemersbijdragen voor de sociale zekerheid in en stort deze door aan de fi scus, respectievelijk de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (hierna: «RSZ»).