Terug naar overzicht
26 mrt 2024

Artikel van de maand door Sofie Fonteyne: Grote veranderingen op til in het aansprakelijkheidslandschap: ondernemer, schrijf je vrij!

De sporen van Napoleon, die sinds 1804 zijn stempel drukte op de rechtsregels in ons land, geraken stilaan uitgewist. De wetgever is in 2019 gestart met een stapsgewijze invoering van een nieuw Burgerlijk Wetboek, dat in totaal tien boeken zal tellen. Op 1 februari 2024 keurde de wetgever het druk besproken Boek 6 goed, het boek dat het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht omvat. De essentie van dit buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht is eenvoudig: wie buiten een contractuele relatie om schade veroorzaakt door foutief handelen, moet die schade volledig vergoeden.

Heel wat van de rechtsregels die in dat nieuwe Boek 6 terug te vinden zullen zijn, bestaan op vandaag de facto al, maar zijn door de rechtbanken uitgewerkt om de vele leemtes op te vullen in het Oud Burgerlijk Wetboek, dat aan het thema amper zes artikelen wijdde (waaronder het alom bekende artikel 1382). Naast de codificatie van deze rechtspraak zijn er ook een aantal belangrijke wijzigingen doorgevoerd. In dit artikel gaan we verder in op de meest in het oog springende wijziging uit het nieuwe Boek 6: de afschaffing van het samenloopverbod en de daaruit voortvloeiende principiële aansprakelijkheid van de hulppersoon.

Het samenloopverbod, zegt u?

Op vandaag kan een schadelijder die een contractuele band heeft met de schadeveroorzaker, niet zomaar kiezen op welke aansprakelijkheidsregels hij zich baseert om terugbetaling te eisen van zijn schade. Contractspartijen worden verondersteld alle conflicten te hebben willen regelen in het kader van dit contract, waarin zij de spelregels zelf hebben vastgelegd. Contractspartijen zouden de buitencontractuele aansprakelijkheidsregels in hun onderlinge verhouding dus impliciet hebben uitgesloten. Enkel in uitzonderlijke gevallen, zoals wanneer de gebeurtenis tegelijk een misdrijf uitmaakt, kan de schadelijder ook op buitencontractuele basis zijn medecontractant in vergoeding aanspreken.

Deze principiële onmogelijkheid om van uw medecontractant ook op buitencontractuele basis een schadevergoeding te vorderen, wordt het samenloopverbod genoemd. In het nieuwe Burgerlijk Wetboek wordt dit verbod opgeheven. Een contractspartij die schade lijdt door foutief toedoen van zijn medecontractant, zal de keuze hebben om zich te beroepen op de spelregels uit het contract, dan wel op de buitencontractuele aansprakelijkheidsregels .

Al is dit te relativeren: kiest de schadelijder voor dit laatste, dan zullen de toepasselijke bijzondere wetten en de contractueel overeengekomen aansprakelijkheidsbeperkingen toch nog steeds gelden. Tenminste als het voor de buitenwereld (en bij uitstek voor een rechter) duidelijk is dat de clausules uit het contract die de aansprakelijkheid moduleren, zowel slaan op de contractuele als op de buitencontractuele aansprakelijkheid. Een formulering in een dergelijke clausule die op vandaag volkomen helder is (uitgaand van het samenloopverbod), zou onder gelding van de nieuwe wet aanleiding kunnen geven tot betwisting omtrent de draagwijdte ervan. U hoort het al, een grondig nazicht van uw (nieuwe) contracten kan van cruciaal belang zijn.

Net omdat contractuele aansprakelijkheidsclausules bij voorrang zullen blijven gelden, bestaat de mogelijkheid voor contractspartijen om ineens ervoor te kiezen het samenloopverbod te behouden en bijgevolg onderling uitsluitend contractuele vorderingen toe te laten. Wel zal dit voortaan op expliciete wijze moeten gebeuren via een contractuele clausule.

Let wel, een schadevergoeding vorderen op buitencontractuele basis en zonder enige contractuele aansprakelijkheidsbeperkingen zal steeds kunnen bij opzettelijk veroorzaakte schade of in geval van schade waarbij de fysieke of psychische integriteit van de schadelijder wordt aangetast.

En welke impact heeft dit op de “hulppersoon” dan?

De afschaffing van het samenloopverbod heeft ook gevolgen voor de zogenaamde hulppersonen, dit zijn de (rechts)personen die uw medecontractant op zijn beurt inschakelt om zijn opdracht uit te voeren. Denk maar aan een aannemer die beroep doet op een onderaannemer om het dak op de woning van de bouwheer te plaatsen, een vennootschap die een bestuurder laat optreden, een ober die in opdracht van het restaurant de klanten bedient, een coach die namens een sportclub zijn team aanstuurt, noem maar op.

Als gevolg van het samenloopverbod is het op vandaag voor een schadelijder (in principe) niet alleen onmogelijk om zijn medecontractant aan te spreken op basis van de buitencontractuele aansprakelijkheidsregels, ook kan hij de hulppersoon die zijn medecontractant zou inschakelen, niet aansprakelijk stellen indien deze een fout begaat. Niet contractueel (omdat hij met deze hulppersoon geen contract heeft afgesloten), maar ook niet buitencontractueel, omdat de hulppersoon als het ware wordt vereenzelvigd met de medecontractant. Dit betekent dat de hulppersoon immuun is voor een aansprakelijkheidsclaim van een schadelijder die de contractspartij is van zijn opdrachtgever. In het voorbeeld van de hoofdaannemer die een onderaannemer-dakwerker inschakelt: als de onderaannemer schade berokkent, kan de bouwheer zich voor een schadevergoeding enkel tot de hoofdaannemer richten, met wie hij een contract heeft afgesloten. Hij kan zich echter niet rechtstreeks tot de onderaannemer richten. Dit leidt in de praktijk soms tot onbillijke situaties, bijvoorbeeld wanneer de hoofdaannemer intussen failliet is gegaan. In dat geval kan de bouwheer zich tot niemand meer (nuttig) richten om zijn schade te recupereren.

Dit verandert met de invoering van het nieuwe Boek 6. Omdat het nieuwe Burgerlijk Wetboek het samenloopverbod afschaft, zal ook de immuniteit van de hulppersoon wegvallen. De schadelijder (bouwheer) zal in principe de hulppersoon (dakwerker) van zijn medecontractant (hoofdaannemer) aansprakelijk kunnen stellen op buitencontractuele basis, indien de hulppersoon een fout of zelfs maar een onzorgvuldigheid begaat.

Ook hier wordt de buitencontractuele aansprakelijkheid van de hulppersoon verzacht aangezien bijzondere wetten in specifieke gevallen alsnog een immuniteit kunnen voorzien en omdat de hulppersoon (dakwerker) daarnaast ook de contractuele aansprakelijkheidsbeperkingen kan inroepen bij zijn verweer tegen de aansprakelijkheidsclaim van de schadelijder (de bouwheer). Wat dit laatste betreft voorziet de nieuwe wet dat de hulppersoon (dakwerker) niet alleen de clausules uit het contract tussen de schadelijder (bouwheer) en zijn medecontractant (hoofdaannemer) kan inroepen, maar ook de clausules uit zijn eigen contract (met de hoofdaannemer), als extra bescherming. Op die manier is het zelfs mogelijk om iedere buitencontractuele vordering van de schadelijder (bouwheer) uit te sluiten: als de hulppersoon (dakwerker) en zijn medecontractant (hoofdaannemer) afspreken dat de hulppersoon enkel op contractuele basis aansprakelijk kan zijn, dan moet de schadelijder (bouwheer) dit ook respecteren en kan hij de hulppersoon (dakwerker) niet op buitencontractuele basis aanspreken.

Net zoals dit bij samenloop het geval is, geldt ook hier dat de hulppersoon steeds buitencontractueel (en dus zonder contractuele beperkingen) aansprakelijk is wanneer hij opzettelijk schade veroorzaakt of wanneer er sprake is van schade waarbij de fysieke of psychische integriteit van de schadelijder wordt aangetast.

Kortom, de nieuwe aansprakelijkheidsregels vergen voor opdrachtnemers (zoals aannemers en onderaannemers) contractuele correcties om hun aansprakelijkheid zo maximaal mogelijk te beperken.

Wanneer worden deze nieuwe regels van kracht?

Een concrete datum waarop het nieuwe Boek 6 in werking zal treden, is er nog niet, maar naar verwachting zouden de nieuwe aansprakelijkheidsregels op 1 januari 2025 van kracht worden. Deze regels zullen van toepassing zijn op alle feiten die zich voordoen na de inwerkingtreding van de wet. Of de nieuwe regels ook toepasselijk zijn op gebeurtenissen die zich voordoen na de inwerkingtreding van de wet, maar verband houden met een reeds lopend contract, is op vandaag nog niet volledig duidelijk. Hoewel wij van mening zijn dat het samenloopverbod en de immuniteit van de hulppersoon voor die contracten nog steeds zal gelden, lijkt het ons aangewezen om in alle contracten die u vanaf vandaag zou afsluiten, al te anticiperen op de nieuwe aansprakelijkheidsregels.

Wij staan u graag bij indien u bij de opmaak of revisie van contracten specifieker advies zou wensen op maat van uw bedrijf.